:09:02
- Ik wil 't weer horen.
- Ned.
:09:05
Ik kom eraan.
:09:10
- Klaar, papa?
- Reken maar.
:09:13
Toe maar, mama.
Het was lente in Duitsland...
:09:15
Het was lente in Duitsland en het was warm.
:09:17
Ik had de lentekriebels
en de lucht was vol bloesemgeur.
:09:21
Nu jij.
:09:23
Even kijken. Ik was met andere studenten
aan 't wandelen...
:09:25
en al gauw kwamen we bij een draak
die in een auto zat...
:09:28
en ons vertelde
over een tovermeertje in het bos.
:09:31
- Wat deden jullie?
- We gingen er natuurlijk naartoe.
:09:33
- En wat denk je dat we zagen?
- Nou?
:09:36
Stel je voor. Een half dozijn prinsessen
waren er aan 't baden.
:09:40
- En wat deed jij toen je hem zag?
- Ik zei dat hij moest weggaan.
:09:44
- Ging hij weg?
- Nee.
:09:47
En toen?
:09:49
De mooiste prinses van allemaal...
:09:51
zei dat ze m'n wens zou inwilligen
als ik zou weggaan.
:09:54
- En wat wenste je?
- Dat ik haar zou terugzien.
:09:57
Dat was m'n dierbaarste wens.
:09:59
Dus ik ging die avond naar een theater
en de muziek begon te spelen.
:10:04
En die prinses stapte het toneel op...
:10:07
en ze zag er mooier uit dan ooit.
Ze was beeldschoon.
:10:13
En toen ging je hart zo tekeer?
:10:18
En toen ging mama zingen?
:10:20
En toen stond m'n hart helemaal stil.
:10:24
En toen jij hem zag, wat toen?
:10:25
Ik kon bijna niet zingen
en bijna niet wachten tot ik 'm weer zag.
:10:29
Je zag 'm toch wel weer, hè?
:10:32
Later die avond.
:10:34
- Wat gebeurde er toen?
- Dat raad je nooit.
:10:38
- We gingen wandelen.
- Ga dan wandelen.
:10:41
Oké, knul.
:10:49
Toen kwamen we bij een park.
:10:51
Er stond een enorme gele maan
aan de hemel.
:10:54
Hij was veel te groot en te helder.
:10:56
Maar onder de bomen was het erg donker.
:10:59
Dit is een boom, Johnny.