:34:02
Leer maar schrijven, Johnny,
dan kun je me brieven sturen.
:34:27
- Mama?
- Wat is er, Johnny?
:34:30
- Is papa voorgoed weggegaan?
- Nee, hij komt gauw weer terug.
:34:34
Dat wil ik ook.
:34:45
- Hallo, Helen.
- Was je maar niet gekomen.
:34:49
Sorry, ik dacht dat ik je moest opvrolijken.
:34:51
Dit is Mr Townsend, Johnny.
:34:53
- Hoe maak je 't, Johnny?
- Hallo, Mr Townsend.
:34:56
- Zal ik jullie thuisbrengen?
- Je had niet moeten komen.
:34:59
Geef die hond even, Tom.
:35:04
- Is-ie niet mooi, Johnny?
- Voor mij?
:35:06
Op jouw leeftijd
wilde ik dolgraag zo'n hond hebben.
:35:09
- Mag ik 'm houden, mama?
- Ja, Johnny.
:35:11
Laat me jullie thuisbrengen.
Anders moet je toch een taxi nemen.
:35:37
Ik kan haar niet tevoorschijn toveren.
:35:40
- Ik heb m'n best gedaan haar te vinden.
- Ook thuis?
:35:42
Ja, ook bij haar thuis.
En ik heb ontdekt dat ze is getrouwd.
:35:46
- Getrouwd?
- En bovendien heeft ze een kind.
:35:48
- O ja?
- En haar man is naar Europa...
:35:50
vanwege z'n gezondheid.
:35:51
- Gezondheid?
- Hij is al drie weken weg.
:35:53
Het kind en zij waren de hele dag niet thuis.
:35:55
Niemand weet wanneer ze terugkomt.
:35:56
Misschien is hun iets overkomen.
:35:58
En ik had voor 't eerst dit jaar
een ster te pakken.