1:07:00
Ja, schat.
1:07:04
Word wakker, alstublieft. Ik ga naar Madrid.
1:07:10
Tot ziens.
1:07:12
Goede reis.
1:07:16
Als u mee wilt, neem ik u met plezier mee.
1:07:20
Het is een prachtige reis.
U kunt Spanje zien.
1:07:25
Ik heb Spanje altijd willen zien.
1:07:28
- Sinds ik klein was.
- Dan is dit uw kans.
1:07:33
Maar ik ben niet meer klein.
1:07:49
Hij wil niet mee.
Probeer jij hem over te halen.
1:07:52
- Hij mag hier niet blijven.
- Ik praat wel met hem.
1:08:06
Tom.
1:08:10
Tom.
1:08:13
Tom.
1:08:20
- Goedemorgen, Mr Bradley.
- Goedemorgen, gravin.
1:08:23
- Ik heb gehoord dat je niet weg wilt.
- Dat klopt.
1:08:27
Ik moet je van mijn oom overhalen
wel te gaan. Kan ik je overhalen?
1:08:33
Nee.
1:08:35
Dank je, lieverd.
1:08:44
- En?
- Carlos, hij vindt je een geweldige man.
1:08:47
Gaat hij mee?
1:08:49
Nee.