:13:02
Wat is er?
Valt het goede vlees niet goed?
:13:06
Het vlees wel, maar uw verraad niet.
:13:09
Noemt u mij een verrader?
-U? Ja.
:13:13
En ieder die zich
aan uw zijde schaart.
:13:18
Hoogheid.
:13:22
Weet u een andere naam voor
een man die een coup pleegt?
:13:27
En met behulp van
een bende moordenaars. . .
:13:30
Iaat u de Saksen
voor het losgeld opdraaien.
:13:34
Niet om Richard vrij te kopen. . .
:13:37
maar om de troon te kopen.
:13:40
Die woorden ram ik hem
door z'n strot, hoogheid.
:13:43
Dat komt wel.
Van mij mag hij even spuien.
:13:48
En wat wilde u daaraan doen?
:13:53
Ik organiseer een opstand.
Een dode voor een dode.
:13:58
En ik rust niet voor alle Saksen
voor koning Richard vechten.
:14:03
Dat was het?
-Ik begin pas.
:14:06
Vanaf nu neem ik het tegen u op.
-Dickon.
:14:40
Wat een onbeschaamdheid.
Kon ik maar bij hem.
:14:48
Kom terug.