:27:05
Kijk nou, een rebelse broeder.
En een dikke ook.
:27:10
Die kunnen we gebruiken. Ronsel hem.
-Hij is van Fountain's Abbey en. . .
:27:15
Z'n vroomheid is vermaard,
hij is nederig en zachtaardig.
:27:21
Pak hem zacht aan.
-Ik doe hem niets.
:27:24
Blijf hier, anders schrikt hij zo.
Laat me maar.
:27:28
Maar hij is een zwaardvechter. . .
:28:15
God zegene me, een wonder.
:28:24
Rover, dief,
geef me m'n schaapsbout terug.
:28:31
Bij mij valt niets te halen.
Ik ben een bedelmonnik.
:28:35
Als dit armoe is, deel ik graag mee.
-Dat doe je al.
:28:40
Geef die bout terug.
-Blijf daar, zwaar-op-de-handje.
:28:44
We moeten eens praten.
:28:46
Ik trek op met lieden die alles
behalve een geestelijk leider hebben.
:28:51
Eén ding pleit voor ons:
we zijn vogelvrij.
:28:54
En in het bos
moet ook worden gedoopt.
:28:58
Onze keus is op jou gevallen.
-Mooi niet.