2:17:08
Het is mijn schuld. Ik had dat
geld voor je moeten stelen.
2:17:14
Dat kon ik je niet laten doen.
En gebeurd is gebeurd.
2:17:18
Ja, het is gebeurd.
2:17:20
Ik mag niks oneervols doen, maar
jij verkoopt je wel aan 'n man.
2:17:26
Over mij hoef je in elk geval
niet meer in te zitten.
2:17:30
Wat bedoel je?
- Ik ga naar New York.
2:17:34
Ik ga bij een bank werken.
- Dat kun je niet doen.
2:17:40
Je moet me helpen om een
houthandel op te zetten.
2:17:43
Ik had op je gerekend.
- Ik weet niks van hout.
2:17:48
Niks minder dan van bankieren.
Ik geef je de helft van de zaak.
2:17:53
Dat is heel gul van je.
Maar dat is het niet.
2:17:58
Als ik weer hulp van jou aanneem,
zal ik mezelf nooit leren redden.
2:18:03
Je kunt de zaak geleidelijk aan
kopen, zodat ze van jou wordt.
2:18:34
Wat is er, Scarlett?
- Ashley is zo gemeen.
2:18:38
Wat heb je gedaan?
- Ze wil dat ik naar Atlanta ga.
2:18:44
Om me te helpen een houthandel
op te zetten. Maar hij wil niet.
2:18:48
Wat onridderlijk van je.
Denk toch na.
2:18:52
Scarlett heeft in Atlanta mijn
leven gered.
2:18:55
Anders hadden we Beau niet
gehad.
2:18:58
En als ik bedenk hoe hard ze
werkte om ons te eten te geven...