:23:03
Wat een waanzin, op dit tijdstip.
-Je hield toch van spanning.
:23:07
Ik vind het niet erg om een moordenaar
op te hangen, alleen niet 's nachts.
:23:15
Er is er altijd een bij
die er dan nog meer wil opknopen.
:23:18
Ons.
-Het zou kunnen.
:23:21
We hadden niet mee hoeven gaan.
-Dat had verdacht geleken.
:23:25
Ik kies ook liever m'n eigen baas uit.
-We zitten er nu aan vast.
:23:29
Dat bevalt me niet. Die Smith
en Bartlett met hun grote bek.
:23:35
Farnley en Tetley, die afvallige.
Hij vindt zichzelf zo belangrijk.
:23:42
Hij zag het Zuiden pas na de oorlog.
:23:45
Daar trouwde hij, maar werd
door haar familie verjaagd.
:23:48
Ik vond al dat hij iets vreemds had,
zoals hij zich kleedt.
:23:53
Waarom zou hij hier wonen
als hij niet iets te verbergen had?
:24:04
Laten we weggaan voor we
doodvriezen, of ermee kappen.
:24:08
Wat een afgang als je naar huis ging
vanwege de kou.
:24:12
Inderdaad, maar dit touw moet
straks wel eerst ontdooid worden.
:24:17
Mag ik dichterbij komen, Mr Carter?
-Ik vond het zelf ook wat eenzaam.
:24:23
Het is flink koud.
-Ik heb wel een deken voor je.
:24:27
Bedankt, maar ik heb al m'n handen
nodig om in het zadel te blijven.
:24:32
Neem maar een paar slokken.
-Ik drink niet.
:24:36
Ik wou dat wij ergens anders waren.
-Ach, het geeft je wat te doen.
:24:42
Zo roept de mens
de wraak des Heren over zich af.
:24:47
Kan het de Heer wat schelen
wat hier gebeurt?
:24:50
Hij merkt de val van een mus op.
:24:55
Ik heb gezien
hoe m'n eigen broer gelyncht werd.
:24:58
Ik was nog maar een jochie,
maar ik droom er nog steeds van.