:52:02
M'n been. Ik wil staan als jullie
straks je pleziertje hebben.
:52:07
Geef me een mes, dan doe ik het zelf.
-Niet doen. Hij kan goed werpen.
:52:14
Ongetwijfeld beter dan jullie. Maar ik
geef het mes echt terug. Heft eerst.
:52:20
Ik doe het wel.
:52:54
Hij is heel beleefd,
maar kan niet tegen bloed, hè?
:53:27
Dat was een knap schot. Je moet
het nog eens met die proberen.
:53:41
Hoe kom je aan het wapen?
-Gevonden.
:53:43
Waar?
-Op de weg.
:53:45
Je liegt.
-We wilden het weer terugbezorgen.
:53:48
Je liegt.
-En jij bent een blinde idioot.
:53:52
Ik vroeg je hoe je eraan kwam.
:53:57
Maar hij heeft het echt gevonden.
-Ongetwijfeld.