:13:02
Wie heeft m'n nylons gestolen?
:13:06
Ook niet zo.
- Heb je te veel gerepeteerd?
:13:09
Het was zwaar.
- Heb je daarom uitgeslapen?
:13:12
Lk ben in de stad geweest.
- Om te winkelen?
:13:15
Nee, ik heb een man opgezocht,
over een gezicht.
:13:21
Ik dacht aan een huwelijkscadeau.
- Hoezo, ga je trouwen?
:13:26
Heb je dat nog niet gehoord?
- Nee. Wie is de gelukkige?
:13:31
Het is een rare. Ze heeft de pest
aan de diamanten in haar voeten.
:13:36
Kun je je dat voorstellen?
:13:38
Hoeveel mensen hebben diamanten
in hun voeten?
:13:43
Ze hebben me eruit gegooid.
Ze wilden me niet hebben.
:13:47
Ze vonden m'n gezicht niks.
:13:50
Je gezicht is prachtig. Zit je erover
in dat ze hun vak niet verstaan?
:13:54
Lk word er moe van. Op deze manier
duurt het zo lang om iets te bereiken.
:13:59
Als het sneller kan, graag.
- Wat je snel krijgt, is snel weg.
:14:04
Zo gewonnen, zo geronnen.
Je moet er iets voor doen.
:14:09
Je wordt een grote ster, maar
gebruik je voeten, niet je gezicht.
:14:16
Suzie Sluiproute.
- Je- moet- zwoegen McGuire.
:14:22
We zijn een fraai stel.
- We zijn een geweldig stel.
:14:26
Dat is echt zo.
:14:33
Hier doen ze de hele dag
niks anders dan dat.
:14:37
Ik moet me omkleden.
- Dat bedoel ik.
:14:40
De trap levert niks op. Hoewel,
het ligt eraan wat je wilt bereiken.
:14:44
Dag en nacht ploeter ik om deze tent
met de kop onder water te houden.
:14:50
Als ik optreed, breken ze de tent af.
En de meisjes maar kletsen.
:14:56
Klepperdeklep. Niet dat ik klaag.
- Genie, je moet op.