:21:02
- en hem ook.
:21:04
Ik wilde ze stiekem begluren.
Ik wilde alles weten.
:21:10
Ik kan ritsen nooit omhoog krijgen.
Zou dat symbolisch zijn?
:21:15
- Je was grof tegen hem.
- Tegen wie?
:21:19
- Johnny.
- O ja?
:21:22
Je moet me manieren leren.
:21:27
- Ik wil dat je hem aardig vindt.
- Weet je dat zeker?
:21:32
Hij is een knappe man,
als het je type is.
:21:37
- Hij is een jongen.
- Jongens worden gauw groot.
:21:41
- Je hebt 't nauwelijks in de gaten.
- Ik hou 't in de gaten.
:21:44
- Uw schoenen.
- Dat werd tijd.
:21:49
- Zal ik ze aan uw voeten doen?
- Voor hoeveel?
:21:53
Het kost bijna niets en je ziet
altijd veel vanuit die positie.
:21:59
Het kikkerperspectief
vertelt vaak de waarheid.
:22:04
- Je bent een hele filosoof.
- Men hoort geruchten.
:22:09
In mijn afdeling
komt alle roddel bijeen.
:22:15
Men zegt dat ze erg mooi is.
:22:19
En jong, en Amerikaans.
U bent ook jong en Amerikaans.
:22:26
- Dat kan nog interessant worden.
- Jij hoort ontslagen te worden.
:22:35
Johnny, ik moest van Mr. Mundson
zeggen dat ze er zijn.
:22:42
- Heb je haar gezien?
- Hou daarmee op!
:22:49
- Wat heb ik gedaan?
- Je floot. Ik hoorde je wel.
:22:53
Ze is wel Mrs. Mundson.
Dus let op je manieren.