:44:00
- Als het kan, wed ik op jou.
- Dan win je. Laten we wat drinken.
:44:07
Met jou en Gilda aan mij zijde ...
Je staat toch aan mijn zijde?
:44:12
- Dat heb ik al gezegd.
- En Gilda?
:44:15
- Wat bedoel je?
- Vrouwen zijn vreemde wezens.
:44:18
- Ik ken ze niet goed.
- Ze vinden rare dingen gewichtig.
:44:24
- Ik kocht haar, zoals ik jou kocht.
- Dat weet ze toch wel?
:44:31
Dat is het hem juist.
Geld betekent niet veel voor Gilda.
:44:35
Als ze rusteloos wordt ...
Ik ben gek op haar, Johnny.
:44:41
Gek ...
:44:48
- Wat vind je daarvan?
- Geweldig. Ze staat aan jouw kant.
:44:55
Daar zou ik 8-5 op inzetten,
en ik zou winnen.
:45:04
Ik ga weer terug.
:45:50
Ik heb het vreemde gevoel
dat we niet alleen zijn.
:45:54
Misschien worden we achtervolgd.
Misschien is het binnen rustiger.
:45:59
Naast knap
ben je ook nog intelligent.