1:06:01
Geef niet meteen antwoord.
1:06:06
- Wat is er ?
- De boot is weg.
1:06:19
Ik zou 'm vermoorden,
maar hij deed 't toch.
1:06:23
Misschien komt ie terug.
1:06:25
- Waarom niet ?
- Omdat ie me geloofde.
1:06:28
Wat nu ? We kunnen niet blijven.
1:06:42
Helaas, zus. Geen probleem.
1:06:45
Weet je iets ?
1:06:47
Met die andere boot
kunnen we naar Cuba.
1:06:50
Wie gaat 'm besturen ?
1:06:57
Hij.
1:06:59
Mr. Temple, u liet ons buiten.
Niet goed.
1:07:05
- Kop dicht.
- U liet ons hier staan.
1:07:08
U bent onze vriend niet meer.
We doen niet meer wat u zegt.
1:07:16
U had ze toch weggestuurd ?
Ze zaten de hele tijd buiten.
1:07:22
- Ze hadden kunnen sterven.
- Nou en ?
1:07:25
Stuk vuil.
1:07:27
Jij kunt toch varen ?
1:07:30
Z'n eerste liefje was 'n boot.
1:07:33
- Jij brengt ons weg.
- Waarom zou ik ?
1:07:36
Je weet wat er anders gebeurt.
1:07:39
- Ik doe 't niet.
- Ga je liever dood ?
1:07:42
Dat zei ik niet.
1:07:44
Je doodt me niet,
anders kom je hier nooit weg.
1:07:48
Er zijn ook andere manieren.
Hé, Toots ?
1:07:52
- Misschien kan ik ertegen.
- Vast niet.
1:07:55
Na 'n paar minuten met Toots
denk je:
1:07:59
Misschien word ik wel kreupel.