:46:03
Alles ruikt zo lekker.
:46:06
Wil je er eentje ?
Pas op, ze zijn warm.
:46:11
Anastasia. Laat dat.
:46:14
Alles in deze winkel
is minderwaardig.
:46:20
Hier kan je 'n huis van bouwen.
:46:22
Kom mee, Anastasia.
:46:27
Je zegt geen woord
tegen die winkelier.
:46:32
Ik verbied het je.
- Ja, moeder.
:46:37
Die blik.
:46:39
Ik weet wat dat betekent.
:46:41
Zeeziek ?
:46:45
Leuk hoor.
Volgens mij zijn ze verliefd.
:46:49
Anastasia verliefd ?
Belachelijk.
:46:52
Kom nou.
Iedereen kan verliefd worden.
:46:56
Behalve Anastasia.
:46:59
Misschien heeft ze hulp nodig.
- Heel veel hulp.
:47:03
Ik ben ook geholpen.
Weten jullie nog ?
:47:07
We moeten ze bij elkaar brengen.
:47:11
Ik weet 't. We lokken ze
het plein op. En dat doen we zo:
:47:24
Ze zullen niet weten
wat ze overkomt.
:47:36
Oké, trek z'n aandacht.
En hou het simpel.