Alice in Wonderland
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:00
Ze is nieuwsgierig.
:14:04
De oesters
waren toch ook nieuwsgierig ?

:14:07
En je weet hoe 't hen vergaan is.
:14:11
Arme stakkers.
:14:14
Wat is er dan met ze gebeurd ?
:14:16
Dat wil je niet weten.
- Dat wil ik wel.

:14:19
Nee, jij hebt veel te veel haast.
:14:21
Maar ik heb wel even de tijd.
:14:24
O ja ? Goed dan.
:14:27
'De walrus en de timmerman.'
:14:30
Of: De geschiedenis
van de nieuwsgierige oesters.

:14:38
de zon stond boven zee
en scheen uit alle macht

:14:42
ze deed volop haar best
en maakte de golven zacht

:14:46
en dat was uitermate onverwacht
:14:49
't was midden in de nacht
:14:59
de walrus en de timmerman
liepen saam over het strand

:15:03
het strand was mooi, dat wel,
maar lag te vol met zand

:15:07
'Zeg Walrus', zei de timmerman.
'Het is dat ik 't nu merk.'

:15:12
'Dit vegen we in 'n halfjaar leeg
tenzij je opziet tegen werk.'

:15:15
Werk ?
:15:18
'De tijd is rijp'...
- ... aldus Walrus.

:15:21
'voor hele andere zaken.'
:15:22
'Schoenen, schepen, zegellak,
en koningen en kaken.'

:15:26
waarom de zee zo heet is,
en of varkens vleugels maken

:15:31
o nee, mijn blaag
geen werk vandaag

:15:34
wij zijn koningen en kaken

vorige.
volgende.