:26:01
'Het verlegen viooltje.'
:26:03
Nee, hé ?
- 'Het lieve lelietje-van-dalen.'
:26:06
'De mooie margriet.'
- Dat vindt ze toch niets.
:26:10
We zingen 'Een gouden zomerdag.'
Dat gaat over ons allemaal.
:26:16
Mag ik een la, Lelie ?
:26:35
'n kleine botervlinder kust de tulpen
:26:39
en de zon schijnt als bij toverslag
:26:43
er staan schone blauwe dagschonen
:26:47
op een gouden zomerdag
:26:51
de narcissen trompetten
op de heuvel
:26:55
de viooltjes strijken in de maat
:26:59
een tijgerlelie zoent
een paardebloem
:27:03
op een gouden zomerdag
:27:05
op een gouden zomerdag
:27:08
er zijn kat- en hondenrupsen
en een duizendschoenen-poot
:27:12
en de luie madelief wil allerliefst
:27:16
het vredige leventje
:27:21
dat zij leidt
:27:27
je kunt van alles leren
van de bloemen
:27:31
al vanaf de eerste lentedag
:27:34
een wereld vol geluk en belofte
:27:39
op een gouden zomerdag