7:08:00
Wat een man.
7:08:03
U bent zo gemeen. Ja, echt.
7:08:07
Hoe kan een gemene man zo knap zijn?
7:08:18
Waarom bons je op de deur?
7:08:24
Er is iets vreselijks gebeurd. lets vreselijks.
7:08:27
lk sliep. lk kreeg een ingeving.
7:08:29
lk werd er opeens wakker van. Balukjian.
7:08:32
-Ken je Balukjian?
-Ja. Wat is er met hem?
7:08:35
lk weet het niet.
7:08:39
Misschien is het niets.
7:08:42
Vandaag was hij in het pakhuis.
7:08:44
Hij zei dat hij een feest gaf.
Hij wilde wat zoetigheid.
7:08:48
Dat lag onder de abrikozen.
Hij wilde weten of...
7:08:52
Wat wilde hij weten?
7:08:54
Of ik hem wat abrikozen kon geven.
7:08:56
Gaf je die?
7:08:57
Ja.
7:08:59
Jij! Je hebt het hem verteld.
7:09:05
lk ben dommer dan jij.
7:09:09
Hij probeerde te zeggen dat ie ons doorhad.
lk had moeten snappen wat hij bedoelde.
7:09:16
lk moet hier weg.
7:09:29
Alles wat we samen hebben meegemaakt...
7:09:32
vrienden, als broers.
7:09:35
lk maak één fout
en kijk hoe hij me behandelt.
7:09:39
Je bent zijn vriend als hij je nodig heeft.
Zo niet...
7:09:46
De uwe ook!
7:09:55
lk ga met u mee.
7:09:57
lk moet snel zijn. Dat kan niet met u erbij.