:17:02
Ik wou dat je ook ging schilderen.
Het is zo rustgevend.
:17:25
Moeder, je bent geweldig.
:17:28
Dat is die ouwe ten voeten uit.
Dat is vader.
:17:36
Vind je ?
:17:40
Ik wilde St. Franciscus schilderen.
:17:43
Pardon, meneer. Uw verbinding
met Southampton.
:17:56
Ik wil met jou en je moeder praten.
- Ik heb een interlokaal gesprek.
:18:03
Moet je altijd zo'n toon
tegen hem aanslaan ?
:18:12
Met wie spreek ik ?
- Met Bruno. Bruno Antony.
:18:16
Weet je het niet meer ? Van de trein.
:18:20
Lukt het met je echtscheiding ?
:18:27
Dus ze heeft je belazerd.
Ga je weer naar haar toe ?
:18:36
Er moet wat met die jongen gebeuren.
Desnoods laat ik hem opsluiten.