:53:02
Nogal onpersoonlijk.
- Inderdaad.
:53:05
Het komt ook niet elke dag voor.
- Ze pakken zo weinig moordenaars.
:53:10
U schijnt moord een interessant
onderwerp te vinden.
:53:14
Niet meer dan ieder ander.
Niet meer dan u bijvoorbeeld.
:53:18
Ik ben niet geïnteresseerd in moord.
- Iedereen interesseert zich daarvoor.
:53:24
Iedereen heeft wel iemand
die hij dood wenst.
:53:27
Er is toch wel een moment geweest
waarop u van iemand af wilde ?
:53:33
Uw man bijvoorbeeld ?
- Lieve hemel, nee.
:53:38
Weet u dat zeker ?
:53:40
Is er niet een moment geweest,
toen hij u erg boos maakte ?
:53:44
Wat zei u toen ?
:53:47
Ziet u wel.
:53:53
U gaat een moord plegen.
:53:56
Hoe gaat u te werk ? Dat is het
fascinerende gedeelte. Uw naam was ?
:54:02
Mrs. Cunningham.
- Hoe gaat u te werk ?
:54:06
Ik zal ergens een pistool
vandaan moeten halen.
:54:12
Pang, pang, pang. Overal bloed ?
- Wat dacht u van vergif ?
:54:18
Dat is een stuk beter, Mrs...
- Anderson.
:54:21
Een stuk beter, Mrs. Anderson. Maar
ziet u, Mrs. Cunningham heeft haast.
:54:27
Gif duurt 10 à 12 weken...
:54:29
een 'natuurlijke dood' moet sterven.
:54:34
Ik heb eens over een zaak gelezen.
Daar kon ik me wel in vinden.
:54:39
We gaan uit rijden...
:54:40
en op een stille plek
sla ik z'n kop in met een hamer...
:54:44
giet benzine uit over hem en de auto
en steek de hele boel in brand.
:54:50
En helemaal naar huis lopen ?
Nee hoor.
:54:54
Ik heb de beste manier
en de beste wapens.
:54:57
Simpel, stil en snel. Het gaat
er vooral om dat het stil is.