1:11:02
maar van diamanten
1:11:06
kan je echt
1:11:12
op aan
1:11:23
Hoe vond Gus je nummer ?
- Hij klapte niet, hij leek somber.
1:11:29
kan je m'n hoed even geven ?
- Hij is wel lief.
1:11:33
Ik houd echt van Gus.
- Meen je dat ?
1:11:36
Ik ken geen miljonair
die zo'n zachtaardig karakter heeft.
1:11:40
Hij wint nooit in een ruzie,
doet alles wat ik hem vraag...
1:11:43
en hij heeft het geld daarvoor.
Hoe kan ik niet van hem houden ?
1:11:48
Laten we het niet over liefde hebben.
Dat doet me denken aan Malone.
1:11:58
De politie is hier.
Ze willen u arresteren.
1:12:03
Daar zijn ze. Dit komt in de krant
en zal m'n zaak schade berokkenen.
1:12:10
Geef die diadeem terug.
- Maar Piggy heeft hem me gegeven.
1:12:13
Dan lijkt het
alsof ik hem gestolen heb.
1:12:16
Je kunt niet bewijzen
dat je hem niet gestolen hebt.
1:12:20
Wil je dan de Bastille in ?
- Ik moet hem maar teruggeven.
1:12:24
Waar is hij ?
- Daar. O, Dorothy.
1:12:28
Het is niet eerlijk.
- Natuurlijk niet.
1:12:34
Hij is weg.
- Wat ?
1:12:37
Weet je zeker dat hij hierin zat ?
- Ja, hij is gestolen.
1:12:44
De politie.
We zitten nu echt in de nesten.
1:12:48
Kom. Misschien kom je er zo uit
als ik je een zetje geef.
1:12:53
Ik ben het, Gus. Ik kom gedag zeggen.
- Hij is je grootste kans.
1:12:57
Hij kan me geen beter zetje geven.
- Een ogenblikje, Gus.