On the Waterfront
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:22:00
Vraag hem dat zelf maar.
- Dat zal ik binnenkort doen.

:22:06
Binnenkort.
- Jullie weten wie de daders zijn.

:22:11
Houden jullie je mond
tot ze je stuk voor stuk pakken ?

:22:17
Nou ?
:22:19
Nou, Dugan ?
:22:21
U moet begrijpen
dat we in de haven D en B zijn.

:22:25
Wat ?
- Doof en blind.

:22:27
We verraden niemand.
:22:30
Verraden ? Denk 's even na, jongens.
:22:34
Jullie worden oneerlijk behandeld,
maar we kunnen terugvechten.

:22:39
Je moet de mensen vertellen
over alles wat er mis is.

:22:44
Wat zij verraden noemen,
is voor jullie de waarheid vertellen.

:22:50
Snappen jullie dat niet ?
:23:09
We komen op dit moment niet veel verder,
vindt u ook niet, pastoor ?

:23:14
Ik besluit
met een paar woorden uit Mattheüs.

:23:22
Dat zijn onze vrienden.
:23:28
Dit is niet ons probleem.
- We moeten die mensen helpen.

:23:32
Je moet mij de schuld niet geven
als ze je naar Abessinië sturen.

:23:44
Ga met z'n tweeën naar huis.
:23:53
Hierlangs. Niet die kant op.

vorige.
volgende.