:51:01
Interlokaal.
:51:26
Je hebt de moord en het lijk
niet gezien.
:51:29
Hoe weet je het dan ?
- Alles is verdacht.
:51:33
Hij gaat 's nachts naar buiten.
Messen, zagen, touw, kisten.
:51:36
En zij is verdwenen.
:51:39
Het klinkt allemaal wel geheimzinnig,
maar moord lijkt me sterk.
:51:44
Is het soms een werkloze goochelaar
die de buurt vermaakt ?
:51:50
Je gaat toch niet iemand vermoorden
met al die ramen hier ?
:51:54
En dan rustig gaan zitten roken ?
- Ga hem nou maar arresteren.
:51:59
Van moordzaken heb je
geen kaas gegeten.
:52:02
Ze zijn zo uitgekookt dat je man en
macht moet inzetten om ze te pakken.
:52:08
Denk je nou echt
dat hij het lijk ergens laat opslaan ?
:52:13
Is het nooit eerder voorgekomen ?
- Ja, in paniek doen ze alles.
:52:17
Maar hij lijkt me niet in paniek.
:52:22
Denk je dat ik alles verzonnen heb ?
- Er zal wel een verklaring voor zijn.
:52:29
Wat dan ?
- Ze is op vakantie.
:52:32
Z'n vrouw is bedlegerig.
:52:36
Dat zei je, ja.
:52:39
Ik moet ervandoor, Jeff.
:52:43
Ik zal er geen melding van maken,
maar ik kijk wel even rond.
:52:48
Ik wil niet
dat je jezelf voor schut zet.
:52:54
We weten dat ze weg is.
Ik zoek wel uit waarheen.
:52:59
Heb je onlangs nog hoofdpijn gehad ?
- Niet totdat jij kwam.