:38:04
Die rechtschapen, rechtvaardige man
met zijn gladgeschoren kin omhoog.
:38:08
Die nu ergens op een fatsoenlijke
manier zijn weg baant naar u.
:38:13
- Wat voor iemand zal hij zijn?
- In ieder geval geen gokker.
:38:18
Ik kan wel raden wat hij niet is,
maar wat zal hij wel zijn?
:38:22
- Hoe herkent u hem als de ware?
- Dat lukt me heus wel.