:12:01
Daar twijfelden we niet eens over.
:12:03
Ik wil u iets vragen.
Gelooft u zijn verhaal?
:12:07
- Dat weet ik niet. Misschien niet.
- Waarom wilt u hem dan vrijspreken?
:12:11
U bevond hem allemaal schuldig.
:12:13
Ik kan zo'n jongen niet zomaar ter dood
veroordelen zonder erover te praten.
:12:18
- Wie zegt dat ik er licht over denk?
- Niemand.
:12:21
Omdat ik zo snel heb besloten?
Ik denk echt dat hij het gedaan heeft.
:12:26
Ik bedenk me niet, al praat u nog zo lang.
:12:28
Ik probeer u niet om te praten.
:12:31
Maar er staat een leven op het spel.
:12:34
- Stel dat we het mis hebben?
- Stel dat dit gebouw instort.
:12:38
- Zo kun je wel aan de gang blijven.
- Precies.
:12:41
Wat geeft het hoe lang we erover doen?
Dat doet er toch niet toe?
:12:46
Laten we een uur de tijd nemen.
De wedstrijd begint pas om acht uur.
:12:55
- Wie heeft daar iets op te zeggen?
- Ik wil best even blijven.
:12:59
- Ik heb gisteren toch iets leuks gehoord.
- Daar zitten we hier niet voor.
:13:04
Waar zitten we hier dan wel voor?
:13:09
Dat weet ik niet. Misschien wel voor niks.
:13:11
Die jongen heeft zijn hele leven
op de schopstoel gezeten.
:13:15
Opgegroeid in een achterbuurt,
jong z'n moeder verloren.
:13:19
Hij heeft een tijd in een weeshuis gezeten,
:13:21
omdat zijn vader in de gevangenis zat.
:13:24
Dat is geen goeie start in het leven.
:13:26
Hij is kwaad op de wereld. En waarom?
:13:30
Omdat hij elke dag
een klap voor zijn kop krijgt.
:13:34
We zijn het de stakker verplicht
even over zijn lot te praten.
:13:39
We zijn hem niks verplicht.
Hij heeft een eerlijk proces gekregen.
:13:43
Hoeveel denkt u dat zo'n proces kost?
Hij mag van geluk spreken.
:13:48
We zijn volwassenen onder elkaar.
We hebben de feiten gehoord.
:13:52
U maakt mij niet wijs dat hij eerlijk is.
We weten wat voor 'n type het is.
:13:56
Ik zie ze m'n hele leven al om me heen.
:13:58
Ze zijn niet te vertrouwen.
Het zijn geboren leugenaars.