:46:01
Hij geloofde niet in de onschuld
van zijn cliënt, dus hij deed zijn best niet.
:46:06
Natuurlijk geloofde hij hem niet.
:46:09
Wie wel?
:46:11
Daar moet je wel
heel goedgelovig voor zijn.
:46:14
Moet je zien hoe laat het is.
We moeten opschieten.
:46:17
Ik heb een aantal aantekeningen gemaakt.
:46:20
Ik wil graag iets zeggen.
:46:24
Ik heb aandachtig geluisterd.
:46:26
Deze meneer heeft een aantal
interessante punten aangestipt.
:46:30
Op het eerste gezicht lijkt het
alsof de zoon schuldig is.
:46:35
- Maar als we wat dieper graven...
- Kom nu toch.
:46:38
Ik zit met een vraag.
:46:41
Stel dat hij inderdaad schuldig is.
:46:44
De moord vond plaats om tien over twaalf.
:46:47
Hoe heeft de politie
hem weten op te pakken?
:46:50
Omdat hij om een uur of drie thuiskwam
:46:54
en twee agenten in de hal
hem zo konden arresteren.
:46:58
Mijn vraag is:
"Als hij echt z'n vader had vermoord,
:47:02
waarom zou hij dan
drie uur later terugkomen?"
:47:06
Was hij niet bang
dat hij opgepakt zou worden?
:47:08
Voor z'n mes. Het is geen stijl
om dat in iemands borst te laten zitten.
:47:12
Vooral als het je vaders borst is.
:47:15
Ik zie hier het grappige niet van in.
:47:18
De zoon wist
dat z'n mes zou worden herkend.
:47:21
De politie mocht het niet vinden.
:47:23
Als dat zo was, dan had hij
het toch meteen meegenomen?
:47:28
Hij was in paniek,
omdat hij net zijn vader vermoord had.
:47:33
Later besefte hij
dat hij z'n mes was vergeten.
:47:36
Het ligt er maar aan
wat je verstaat onder paniek.
:47:39
Hij was kalm genoeg
om zijn vingerafdrukken af te vegen.
:47:44
Wanneer raakte hij dan precies in paniek?
:47:48
U bevond hem toch schuldig?
Aan welke kant staat u?
:47:51
Het is geen kwestie van loyaliteit.
:47:54
- Ik stel gewoon een vraag.
- Ik doe maar een gooi.
:47:59
Maar als ik iemand had neergestoken,
ging ik het mes ook ophalen.