:46:00
Hier heb je wat karamels
:46:03
Dank je wel, Gaston.
:46:05
Je verwent haar zo.
:46:07
De champagne is voor u, Mamita.
:46:12
Je maak het veel te gek.
:46:16
Je verpest je handen.
:46:18
Ik word elke ochtend gemanicuurd.
:46:26
Je doet het verkeerd.
:46:28
Je moet het zo doen.
:46:32
Ga je ergens naartoe ?
:46:34
Ik heb een afscheidsfeestje
bij de Eiffeltoren.
:46:39
- Ga je weg ?
- Alleen het weekeinde. Trouville.
:46:42
Even frisse zeelucht happen.
:46:46
Ligt Trouville aan zee ?
:46:48
Waar kan je anders zeelucht happen ?
In de bergen ?
:46:51
Ik ben nog nooit aan zee geweest.
:46:55
Wat eet je vanavond ?
:46:59
Tongfilet met mosselen.
:47:03
En lamsvlees met truffels.
:47:05
Het is altijd hetzelfde.
:47:07
Geef mij de ragoût van
je grootmoeder maar.
:47:12
Blijf dan toch eten.
:47:18
- Kon ik dat maar.
- Waarom niet ?
:47:23
Nou goed, ik blijf eten.
:47:26
Er wachten toch mensen op je ?
:47:28
Ik stuur m'n wagen met een briefje.
:47:31
Mijn oom valt wel voor me in.
:47:33
Die is daar wel goed in.
:47:35
Ik zou zo graag in je auto rijden.
:47:40
Mag ik het briefje bezorgen ?
:47:42
Laat de chauffeur dit naar het huis
van m'n oom brengen.
:47:50
Wat zal de conciërge opkijken.
:47:52
Na het eten gaan we kaartspelen.
:47:55
Ik win toch weer.
:47:57
Jij speelt altijd vals.