:14:03
Ze is met me over iets aan het praten.
:14:06
Opeens wordt ze stil.
:14:09
Een waas trekt voor haar ogen
en ze worden leeg.
:14:14
Ze is ergens anders, ver weg,
ze is iemand die ik niet ken.
:14:18
Ik praat tegen haar,
maar ze hoort me niet eens.
:14:21
Dan, na een lange zucht, is ze weer terug.
:14:24
Ze kijkt me vrolijk aan.
Ze weet niet eens dat ze afwezig was.
:14:28
Ze weet niet waar ze was of wanneer.
:14:32
Hoe vaak gebeurt dit ?
:14:34
De laatste tijd steeds vaker.
:14:36
Ze dwaalt rond. God weet waar.
:14:40
Op een dag heb ik haar gevolgd...
:14:42
ze verliet het huis
als iemand die ik niet kende.
:14:47
Ze liep zelfs anders.
:14:50
Ze stapte in de auto en...
:14:52
reed 8 km naar het Golden Gate-park.
:14:56
Ze zat bij het meer...
:14:57
en staarde over het water
naar de zuilen aan de overkant.
:15:01
Je weet wel, de Poorten van het Verleden.
:15:04
Ze zat daar lang zonder te bewegen.
:15:07
Ik moest weg, naar kantoor terug.
:15:09
Toen ik die avond thuiskwam,
vroeg ik haar wat ze gedaan had.
:15:13
Ze was
naar het Golden Gate-park gereden...
:15:15
en had bij het meer gezeten.
:15:19
Nou ?
:15:21
De kilometerteller in haar auto gaf aan
dat ze 150 km gereden had.
:15:25
Waar was ze heengegaan ?
:15:28
Ik moet weten waar ze heengaat
en wat ze doet...
:15:31
voordat ik er 'n arts bijroep.
:15:33
- Heb je hierover met 'n arts gesproken ?
- Ja, maar voorzichtig.
:15:36
Ik wil meer weten alvorens haar
aan die zorg toe te vertrouwen.
:15:40
Ik zorg dat een privé-detectivebureau
haar schaduwt.
:15:44
- 't Zijn betrouwbare, goede jongens.
- Ik wil jou.
:15:47
Luister, dit is mijn werk niet.
:15:49
Ik heb 'n vriend nodig,
'n betrouwbaar persoon.
:15:52
Ik zit er echt over in.
:15:54
Ik heb m'n baan opgegeven.
Ik wil niet betrokken raken bij dit geval.
:15:58
Luister, vanavond gaan we
naar een operapremière.