On the Beach
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:47:06
Hij moest weer aan z'n gezin denken.
:47:10
Het huis deed hem weer
aan z'n gezin denken.

:47:16
We moeten hem wat afleiding bezorgen.
:47:21
Ga met hem naar het strand.
- Om een zandkasteel te bouwen ?

:47:28
Hij is weer in de stad.
:47:31
Ik weet het.
:47:33
Blijf bij hem uit de buurt.
Hij heeft je gekwetst.

:47:40
Het ging weer net zo. M'n hoofd zei nee,
maar m'n hart gilde ja.

:47:52
Ik ga m'n emmertje en m'n schepje halen.
:48:14
In dit land hoef je niet met een vrouw
te trouwen als je haar rug insmeert.

:48:20
Wat eten we vanavond ?
- Lasagne. M'n eigen recept.

:48:24
Tenminste, van Mary en mij.
- Sharon en ik maken ook lekkere lasagne.

:48:31
Waren jullie aan het opscheppen
over jullie verleden op zee ?

:48:37
Ik ben vroeger zeilkampioene geweest.
Wie van jullie doet er mee ?

:48:50
Ik kom langszij aan bakboord.

vorige.
volgende.