1:26:03
Maar Pierot wel.
1:26:05
Weet je het nummer?
- Ja.
1:26:10
Draai het.
1:26:18
Niet zo hard.
1:26:22
Wat denk je?
1:26:25
Je hebt al mijn ideeën verworpen.
1:26:27
Tja...
- Ik zeg het niet graag,
1:26:31
maar je hebt absoluut gelijk.
Dit is veel beter.
1:26:33
Als je dit tegen iemand zegt,
dan ontsla ik je.
1:26:36
Tilda, zodra je terug bent
van het postkantoor,
1:26:40
bel dan Brad Allen op.
1:26:43
Zeg dat het onmogelijk gaat. Hij moet
maar een andere inrichter zoeken.
1:26:48
Ja, meneer.
1:26:54
Je bedoelt dat je hem afzegt?
- Ik moet wel.
1:26:57
Maar waarom?
- Omdat ik er geen tijd voor heb.
1:27:00
En jou kan ik moeilijk sturen
gezien je gevoelens over hem.
1:27:05
Het is niet eerlijk als jij inkomsten
derft vanwege mijn gevoelens.
1:27:08
Ik kan je deze ervaring
niet laten ondergaan.
1:27:12
Het kan, hoe zeg je dat,
traumatisch zijn.
1:27:16
Dat is toch onzin.
1:27:19
Ik had vroeger de bof,
maar daar ben ik ook overheen gekomen.
1:27:22
De bof? - Ik beschouw Brad Allen
als iedere andere ziekte.
1:27:25
Ik heb 'm gehad, het is voorbij
en ik ben immuun voor hem.
1:27:28
Als je denkt dat je 't aankunt.
- Dat kan ik zeker.
1:27:31
Het is jouw beslissing.
1:27:50
Mr Allen? Met Pierot.
Ze is onderweg.
1:27:58
Miss Morrow?
Ik verwachtte mr Pierot.