:53:04
Verdeel het. We hebben
er geen van beiden recht op.
:53:29
Neem je zoon mee, moeder.
Hij moet van jou zijn.
:53:32
Moge de Heer u prijzen en zegenen.
:53:37
Je had hem liever weggegeven
dan dat je hem gewond zag raken.
:53:45
En neem deze vrouw mee
en straf haar voor haar meineed.
:53:52
Ze liegt.
:53:54
Het is niet juist. Het kind is van mij.
:54:00
Eindelijk heb ik
een Salomonsoordeel gezien
:54:04
en ik kijk op van uw wijsheid.
:54:07
lk heb die wijsheid gekregen
ten voordele van mijn volk.
:54:12
lk smeek u me te blijven onderwijzen
:54:15
zodat ik een groter inzicht krijg
in het wonder van uw begrip.
:54:20
Dan kan ik een betere en wijzere
heerseres worden over mijn volk.
:54:27
Echte wijsheid ligt in het kunnen
onderscheiden van waar en onwaar.
:54:46
Slechts vier jaar geleden
was dit nog een kale woestijn.
:54:51
U geniet zo van alles wat u hebt bereikt.
:54:54
Het is heerlijk
om de woestijn tot bloei te brengen.
:54:58
U hebt er een paradijs van gemaakt.