:10:02
Hoe meer ze erover schreven,
hoe minder ik terug wiIde keren
:10:06
naar 't Ieven dat ze aI
hadden uitgestippeId.
:10:08
Het is te makkeIijk om daar
in te gIijden. Ik moet 't zeIf doen.
:10:12
Kun je ze dat niet zeggen?
- Dat ga ik doen!
:10:15
Goedzo!
- AIs de tijd er rijp voor is.
:10:17
Wacht niet te Iang.
:10:19
Ik weet niet hoe Iang ik kan
wachten tot je voIwassen wordt.
:10:22
Je hebt een grote mond.
Ik zaI je 's een Iesje Ieren.
:10:26
Jij deugniet!
:11:04
Wat is er?
- Ik had 'm speciaaI gekocht.
:11:08
Ik heb 'm nog niet eerder aangehad.
- Nat staat je het best.
:11:19
Hoi.
- HaIIo. Waar kom jij vandaan?
:11:21
Wat is er?
Is je tong eraf gebeten?
:11:28
Mag ik meespeIen?
- Je bent te kIein voor dit speI.
:11:31
AIs ik 'n meisje vind, mag 't dan?
:11:33
Hij is niet zo jong aIs ik dacht.
:11:36
't SpeI is voorbij.
Misschien 'n andere keer.
:11:38
Dag.
- Dag.
:11:41
Laten we gaan zwemmen.
- Ik ben toch aI nat.
:11:43
We kunnen niet dansen.
:11:48
Je badpak zit hierin.
:11:58
KIaar?
- Bijna.
:11:59
Heb je dit echt in Parijs gekocht?
- Zodra ik drie dagen vrij had.