:39:04
Wat vindt u van Janbo, luitenant ?
:39:12
Het ligt erg ver van Damascus.
:39:15
U komt echt wel in Damascus,
wees maar niet bang.
:39:18
- Bent u in Damascus geweest ?
- Jawel.
:39:23
- Het is een mooie stad, hé ?
- Heel mooi.
:39:26
Genoeg. Met dromen komt u niet
in Damascus, met discipline wel.
:39:32
Groot-Brittannië is een klein land,
veel kleiner dan het uwe.
:39:37
De bevolking is relatief klein.
:39:39
Het is klein, maar groots. En waarom ?
:39:43
- Het heeft kanonnen.
- Nee, discipline.
:39:46
Dankzij hun marine kunnen ze toeslaan
waar ze willen. Dat maakt hen groot.
:39:53
Zo is het genoeg. Lawrence is niet
uw militair adviseur.
:39:57
- Ik wil z'n mening graag horen.
- Wiens bevelen volg je op ?
:40:02
Die van Feisal, in Feisal's tent.
:40:06
Oude dwaas. Wat wil je van hem ?
Ze zijn twee handen op een buik.
:40:12
Volgens mij is het waar
wat er in uw boek staat.
:40:18
De woestijn is een oceaan,
waarin geen enkele riem spat.
:40:23
Op die oceaan slaan
de bedoeïenen toe waar ze willen.
:40:27
Zo hebben ze het altijd gedaan.
U bent er beroemd om.
:40:32
- Zo moet u nu ook vechten.
- Ik weet het niet.
:40:36
U vergist zich.
:40:39
Ga naar Janbo, en jullie worden een
zielig eenheidje in het Britse leger.
:40:44
- Je bent een verrader, Lawrence.
- Nee, kolonel.
:40:48
Hij is jong, en jongemannen
zijn vol vuur.
:40:51
Ze moeten hun zegje kunnen doen.
:40:55
Maar wijzere mensen moeten
beslissen. U heeft gelijk.