1:27:04
Ze betekenen niets voor me.
Mijn stam is de Howeitat.
1:27:08
- Die alleen voor gewin werken.
- Voor Auda's genoegen.
1:27:12
En Auda wil graag de Turken dienen.
1:27:16
- Ben ik een dienaar ?
- Het is de knecht die geld aanneemt.
1:27:25
Ik ben Auda Abu Tayi.
Ik ben geen dienaar.
1:27:29
Dient Auba Abu Tayi iemand ?
1:27:37
Ik heb 23 grote wonden,
die ik heb opgelopen in de strijd.
1:27:41
Ik heb eigenhandig 75 man
gedood in de strijd.
1:27:45
Ik drijf m'n vijanden uiteen,
ik pik hun kuddes in.
1:27:49
De Turken betalen me een schat
aan goud. Toch ben ik arm.
1:27:53
Omdat ik zoals een rivier ben
voor m'n volk.
1:28:05
Noem je dat dienen ?
1:28:15
En nu lijkt het of Auda oud is en
geen zin meer heeft om te vechten.
1:28:21
Wees blij dat je dat
in mijn tent zegt, oude tulp.
1:28:25
Maar dit is een tulp die
de Turken niet kunnen kopen.
1:28:29
Waarom zouden ze dat ook willen ?
1:28:33
Ik zal vertellen wat ze me betalen.
1:28:36
Vertel mij dan maar
of dat een knechtenloon is.
1:28:41
Ze betalen me elke maand...
1:28:45
... honderd gouden gienjes.
1:28:50
Honderdvijftig, Auda.
1:28:53
- Wie heeft je dat verteld ?
- Ik heb grote oren.
1:28:56
- Met een lange tong ertussen.
- Het is hoe dan ook een schijntje.