:25:00
Phylon moet ondervraagd worden.
Misschien wist hij ervan.
:25:06
We zullen met hem praten.
:25:11
Phylon.
:25:20
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Geoefend met speer en zwaard.
:25:24
En over de oorlog gepraat. Naar 't
schijnt gaan we naar 't noorden.
:25:29
Helemaal naar Thessalië, schijnt 't.
:25:34
Dit is een goede oorlog.
Xerxes heeft 100 naties bij zich.
:25:38
Geweldig, hè?
:25:42
- Wanneer komt Leonidas terug?
- Vanavond.
:25:46
Ik heb een goed idee.
:25:50
Ik vraag Leonidas om jouw hand.
:25:53
Nu het oorlog is, mag de koning
mijn vader vervangen.
:25:56
Ik zal met mijn tante praten.
:26:02
Ik hou van je, Ellas. Ik heb
nooit van een ander gehouden.
:26:07
Ik hield al van je toen we
nog kinderen waren.
:26:13
Nu kunnen we trouwen.
:26:16
- Ik verlang naarje.
- Ik weet het. En ik verlang ook naarjou.
:26:21
Maar we moeten wachten.
:26:25
Waarom? Jij bent de mijne,
ik ben de jouwe. Wat kan ons nog scheiden?
:26:32
Alleen wijzelf, Phylon.
Nog eventjes.
:26:35
Ik heb tijd nodig om na te denken.
:26:38
We moeten sterk zijn.
:26:41
We zijn Spartanen.
:26:45
Je kent het gezegde: Als de regen gevallen is,
kan het niet meer terug naar de lucht.
:26:54
Sinds wanneer zijn Spartanen
bang voor een beetje regen?