1:01:03
Ik stuur ze wel naar huis.
- Blijfvan hem af. Laat hem los.
1:01:07
Zo is het genoeg.
1:01:11
Ze moeten vanJem afblijven.
1:01:16
Stuur ze weg, Mr Finch.
1:01:22
Jem, jullie moeten nu weg.
- Nee.
1:01:27
Ik ga niet.
- Hoi, Mr Cunningham.
1:01:35
Ik zei: Hoi, Mr Cunningham.
Hoe gaat het met uw erfrecht?
1:01:42
Weet u niet meer wie ik ben,
Mr Cunningham?
1:01:46
Ik benJean Louise Finch.
1:01:50
U heeft ons een keer een zak noten
gebracht, weet u nog?
1:01:55
We hebben even gepraat.
1:01:58
Toen heb ik mijn papa gehaald
om u te bedanken.
1:02:02
Ik zit met uw zoon in de klas,
met Walter.
1:02:06
Ik vind hem erg aardig.
Wilt u hem de groeten doen?
1:02:11
Weet u, Mr Cunningham...
1:02:13
Erfrecht kan heel naar zijn.
Erfrecht is...
1:02:25
Ik zeg alleen maar tegen Mr Cunningham
dat erfrecht naar kan zijn...
1:02:29
...maar dat ie niet bang hoeft te zijn.
1:02:31
Soms duurt het gewoon wat langer.
1:02:36
Wat is er?
1:02:45
Ik bedoelde er geen kwaad mee,
Mr Cunningham.
1:02:53
Ik ben niet boos, jongedame.
1:02:58
Ik zal Walter de groeten doen.