1:18:03
Ik zit vast.
Ik wil weer in de rechtszaal staan.
1:18:16
- Wil je het examen afleggen?
- Ik ben bang.
1:18:20
Ik weet niet hoe goed ik ben
zonder Lucius.
1:18:25
- Welke andere keuze heb je?
- Ik kan terug naar m'n oude plek.
1:18:31
Je vrouw trouwt niet met die vent, hè?
1:18:35
- Je krijgt een tweede kans.
- Hier heb ik geen kans.
1:18:42
- Toe dan.
- Neem op.
1:18:43
Ik wil met niemand praten.
1:18:46
- Wie belt er zo laat? Je vriend?
- Weet ik veel.
1:18:56
- Ga je terug of niet?
- Wat is er hier zo geweldig?
1:19:00
M'n hoofd stoten aan het examen?
Jake? Een trap in de maag? Drijfzand?
1:19:06
Denk je dat ik niet
in het drijfzand wegzink?
1:19:13
Goed dan.
1:19:17
Vertel eens. Je wilt al de hele week
iets tegen me zeggen.
1:19:21
Gooi het eruit. Of is het makkelijker
om met zo'n aap de koffer in te duiken?
1:19:29
Je behandelt jezelf als een vod
waaraan elke ploert zich kan afvegen.
1:19:38
- Wanneer?
- Wat bedoel je?
1:19:40
Wanneer ga je?
1:19:42
lk laat me niet naar Tallahassee jagen.
1:19:45
Ik moet m'n eigen plan trekken.
Ik begin weer iets met Jake.
1:19:49
Hij heeft een meisje veel te bieden.
Daar zou je van staan kijken.
1:19:59
Ik ben belangrijker dan dat voor je.
Wees eens eerlijk.