1:31:02
- Wat is er vrijdag?
- Dan zit m'n examen erop.
1:31:07
- Afgesproken?
- Ik zal blij zijn als het zover is.
1:31:13
Misschien heb je dan
eindelijk tijd voor me.
1:31:23
Misschien zeg jij dan
eindelijk "afgesproken".
1:31:28
Jij en die dokter.
"Miss Mosca, heeft u al gebungeld?"
1:31:32
Wat is dat voor taalgebruik?
1:31:35
lk voel me zo slap als een vaatdoek.
1:31:38
Dat is waar ook.
1:31:41
Misschien geeft dit je kracht.
1:31:45
Van Molly.
1:31:49
Ik moet oppassen, binnenkort is het je
om m'n geld te doen.
1:31:53
Waar zou het me anders
om te doen moeten zijn?
1:31:58
- Wanneer heb je tijd? Nu?
- Na de grote slag.
1:32:03
Het vlees.
1:32:06
Vanaf vrijdag half vier heb ik alle tijd.
1:32:13
Maar voor hoe lang?
1:32:16
Zei je iets?
1:32:22
lk zei dat ik van je hou.
1:32:28
Als je zoiets te zeggen hebt,
doe het dan hardop.
1:32:40
Ik zal het voortaan schreeuwen.
1:32:43
Maar maak je niet druk.
Slechts twee keer per week.
1:32:48
Maak jij je maar niet druk.
Je kunt het niet vaak genoeg zeggen.
1:32:55
En wees nu eens stil,
dan kan ik je iets te eten geven.