:39:08
Heil, Antonius.
:39:16
Heil, legioenen van Antonius.
:39:31
Vergeet Philippi niet.
:39:34
Hij heeft gewonnen.
:39:37
Deze kant op, heer.
:39:40
Mijn tent is die kant op.
:39:44
Ik ga straks wel naar hem toe.
Ik word zo somber van Octavianus.
:39:49
Je had het beloofd.
:40:00
De strijd is gestreden. We hebben
gewonnen. Daar knap je vast van op.
:40:06
Ik had bij jullie moeten zijn.
Je had me niet moeten tegenhouden.
:40:10
Caesar was te ziek.
-Caesar? O ja, ik vergeet het steeds.
:40:15
Ik heb de naam geërfd
en tot de mijne gemaakt.
:40:18
Waarom ook niet. Niemand zal je
voor de andere Caesar aanzien.
:40:22
Je troepen hebben in ieder geval
moedig gestreden.
:40:26
Agrippa hield me op de hoogte.
-Wat deed je daar dan?
:40:30
De slag werd door mannen geleverd,
niet door stukken hout te water.
:40:34
Waarom had je Agrippa bij je?
Verwachtte je soms regen?
:40:38
Zullen we samen een plek
gaan uitzoeken?
:40:40
Schei uit. Er zijn zaken
die we moeten bespreken.
:40:43
Heb je er bezwaar tegen
als Agrippa erbij blijft?
:40:47
Ik heb te allen tijde
bezwaar tegen hem.
:40:55
Terwijl je hier zo lag, heb je
vast tijd gehad om na te denken.