1:10:02
Ik kan nooit verder
van je weg zijn. . .
1:10:06
dan zo.
1:10:19
Hij komt aan in Brindisium.
1:10:21
Agrippa en ik willen hem met
een grootse ceremonie verwelkomen.
1:10:26
Hij moet beseffen
hoe na hij de Romeinen. . .
1:10:30
ons allemaal aan het hart ligt
en altijd gelegen heeft.
1:10:33
Hij is wel heel lang weg geweest.
1:10:36
Laten we hem overhalen
om nog langer hier te blijven.
1:10:40
Als je meegaat naar Brindisium,
kun je misschien helpen, Octavia.
1:10:44
Maar het is slechts
een half jaar geleden. . .
1:10:47
Ik vraag vergeving aan Agrippa. . .
1:10:50
maar ik vind niet dat een jonge
weduwe zich moet terugtrekken.
1:10:54
Je komt sinds de dood van je man
het huis niet meer uit.
1:10:58
De afwisseling zou
je gezondheid goeddoen.
1:11:04
Dan vraag ik vergeving aan
Agrippa en onze voorouders. . .
1:11:09
en zie ik heel erg uit
naar die afwisseling.
1:11:14
Niets en niemand kan
stralender zijn dan zij.
1:11:19
Niet alleen Antonius, maar
elke man zou Octavia begeren.
1:11:24
Hoe kan ik hem beter van m'n
welgezindheid overtuigen. . .
1:11:29
en hoe kan hij beter z'n liefde voor
Rome belijden dan door te accepteren.
1:11:35
En Cleopatra?
1:11:38
Stel je voor om haar
voor het huwelijk uit te nodigen?
1:11:41
Weet je nog toen Julius Caesar
hier was en zij ook in Rome verbleef?
1:11:46
Z'n hart en z'n verstand
waren vergiftigd.
1:11:49
Natuurlijk, die vallende
ziekte, maar niet alleen dat.
1:11:53
Cleopatra.
-Dat weet ik nog heel goed.
1:11:56
Antonius is Caesar niet.
-En daar ben ik blij om.