:06:00
Als ik mannen over staatszaken hoor
praten, vraag ik me meteen af. . .
:06:06
waarom de wijn zuur geworden is.
:06:09
Goedenacht, Rufio.
:06:11
Goedenacht, heer.
:06:21
Dus Domitius is weggestuurd.
De hoeveelste is dat al niet?
:06:26
Vijf van je ambassadeurs zijn
dit jaar al weggestuurd.
:06:30
Als jij was gegaan. . .
-Ik vroeg erom en jij stemde toe.
:06:36
We krijgen geen graan en geen goud.
-Ik kan niet gaan onderhandelen.
:06:43
Maar ze laat niemand anders toe.
:06:46
En als ze mij nu ook wegstuurt?
:06:51
Dat is onmogelijk.
:06:56
Ben je ooit echt bij haar weggegaan?
:07:16
Ik heb drie dagen
op een audiëntie gewacht.
:07:19
Wat is het doel ervan?
-Ik wil de koningin alleen spreken.
:07:23
U staat voor de troon van Egypte.
-Dat weet ik.
:07:26
Wat wilt u bespreken?
-Privé-aangelegenheden.
:07:30
Ik houd geen privé-audiënties met
mensen die zich niet voorstellen.
:07:36
Ik ben Marcus Antonius.
:07:38
Ik weet wie u bent.
Maar wat bent u op het ogenblik?
:07:42
Ik ben gezant van Rome en proconsul
van het rijk ten oosten van Italië.
:07:47
Een indrukwekkende titel.
-Goed genoeg voor een privé-gesprek?
:07:51
Zonder een verdrag met Egypte. . .
:07:54
bent u niet in staat
die gebieden te behouden. . .
:07:58
is het wel?
-Mogelijkerwijs.