:08:00
Dan staat u hier dus als smekeling.
:08:04
Als u me zo wilt beschouwen.
-En dat doe ik.
:08:08
En daarom moet u de houding
aannemen die een smekeling betaamt.
:08:13
U moet knielen.
:08:16
Wat moet ik doen?
-Knielen.
:08:21
Vraagt u dat van een proconsul?
-Ik heb het Julius Caesar laten doen.
:08:27
Ik eis het van u.
:08:42
U krijgt het verdrag waar u om
vraagt op de volgende voorwaarden:
:08:47
Als proconsul van Rome. . .
:08:50
draagt u de volgende
gebieden aan Egypte over:
:08:54
Judea, Jordanië, Armenië,
Fenicië, Sinai, Arabië. . .
:08:58
en de eilanden Cyprus en Kreta.
:09:04
U vraagt om een derde
van het Romeinse Rijk.
:09:06
Anders geformuleerd:
:09:09
Ik geef u twee derde.
:09:13
Heel genereus.
Ik kan het niet aannemen.
:09:17
Dan zou ik als ik u was
nog maar wat overleg plegen.
:09:21
Misschien moet u maar eens bij
uw meerdere in Rome te rade gaan.
:09:25
M'n meerdere?
-Octavianus.
:09:29
Caesar Octavianus.
:09:37
Ik heb u nog
geen toestemming gegeven.
:09:44
Nu kunt u gaan.