:48:19
Ik heb vernomen dat je hier slaapt.
:48:22
Ik slaap niet.
-De nacht doorbrengt, dan.
:48:26
Ik ben niet alleen.
:48:28
Die ouwe en ik wisselen
herinneringen aan ons leven uit.
:48:33
Alsof je een kamer, of liever gezegd
een grafkelder met iemand deelt.
:48:37
Denk je dat Caesar in jouw
positie hier zou zitten?
:48:40
Weggedoken, gehuld in maanlicht
en vervuld van zelfmedelijden.
:48:44
Zelfmedelijden? Bedenk eens
nieuwe verwijten.
:48:47
Je geeft je over aan de drank en
zingt zielige liedjes voor Antonius.
:48:53
Jij zou je tijd beter besteden
als je met Octavianus onderhandelde.
:48:58
Waarom heb je m'n hoofd
niet aan Agrippa gegeven?
:49:02
De tweede keer sterven doet
geen pijn en het zou jou helpen.
:49:06
Een mooie basis
voor een nieuw verbond.
:49:08
Ik stel geen prijs op
een nieuw verbond met Rome.
:49:11
Wat wil je dan wel?
:49:14
Marcus Antonius.
:49:17
De restanten van z'n leger, Rufio,
m'n zoon en ik, heel Egypte. . .
:49:22
we wachten allemaal op hem.
:49:24
En de tijd dringt.
-Marcus Antonius?
:49:29
Er is hier niemand van die naam. . .
:49:32
in leven.
:49:51
Tijd waarvoor?
:49:55
Dat Antonius in wapenrusting met
in elke hand een zwaard verschijnt?