1:20:09
En als ik u beloof dat u ongedeerd
naar Alexandrië zult terugkeren?
1:20:14
Kijk me aan.
1:20:19
Wat wilt u nog meer?
1:20:25
U hebt het niet over m'n zoon gehad.
1:20:28
Uw zoon. Daar dacht ik niet aan.
1:20:32
Waar is hij?
-In veiligheid.
1:20:38
Als ik met u meega naar Rome. . .
1:20:42
staat u dan toe dat m'n zoon
over Egypte regeert? En zijn zonen?
1:20:47
En hun zonen?
-Ik zal doen wat ik kan.
1:20:51
Geeft u uw woord
als Romeins keizer en god?
1:21:02
Wanneer wilt u dat ik ga?
-Zo vlug mogelijk.
1:21:08
Nu ben ik erg moe. Ik wil rusten.
Wees zo goed me alleen te laten.
1:21:13
Geeft u mij uw woord. . .
1:21:16
dat u zichzelf niets zult aandoen?
1:21:20
Dat zweer ik.
1:21:24
Op het leven van m'n zoon.
1:21:35
Moeten de schildwachten
binnen blijven?
1:21:38
Ik heb tenslotte gezworen. . .
1:21:42
op het leven van m'n zoon.
1:21:56
En nu moet ik me gereedmaken.
-Er is niet veel te doen.