:20:01
Nou...
- Raak me niet aan.
:20:03
U heeft't gedaan. Ik zag u...
:20:05
Zie ik eruit als een moordenares?
:20:07
Weet ik niet, maar ik zag't zelf.
:20:09
Wat u gezien heeft,
doet er nu niet zo toe.
:20:13
Waar is de telefoon?
:20:15
Daar.
:20:17
Ik weet nog niet wie u bent.
:20:20
Mrs Lansquenet gezelschapsdame,
Miss Milchrest.
:20:23
Hallo? Ja, ik hoor u praten,
maar u moet daarmee ophouden.
:20:28
Dit is een noodgevaI.
Ik moet de politie bellen.
:20:34
Niet zo sarcastisch, jongeman. Er is
inderdaad een misdrijf gepleegd.
:20:39
Moord. Een laffe moord.
:20:54
Goedemiddag, inspecteur.
- Miss Marple?
:20:57
Ik wiI wat bemoeienissen kwijt.
Komt u toch binnen.
:21:11
We hebben alles wat we nodig hebben.
- Bedankt.
:21:14
Stuur me sneI het labrapport.
:21:16
Natuurlijk. Bijzonder wapen.
:21:18
Ja, het wapen van een vrouw.
:21:21
Of een man die doet
alsof't van een vrouw is.
:21:25
Die mogelijkheid
had ik niet uitgesloten.
:21:29
De dame is in staat om te praten.
:21:31
Laat maar binnenkomen.
:21:33
Miss Marple, ik hou u niet langer op.
- Ik sta geheeI tot uw beschikking.
:21:38
Verdenkt u haar?
:21:39
Ze was hier. Het was 'n hoedenspeld.
:21:42
Zou iemand zich
zo duidelijk verdacht maken?
:21:45
Domme moordenaars bestaan.
:21:47
Ze is timide, inspecteur,
maar niet dom.
:21:53
U moet weten dat vanmorgen...
:21:55
Nu niet, Miss Marple.
:21:57
Miss Milchrest, gaat u zitten.