The Birds
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:02
Ja. Parkietjes.
:29:10
U hebt Cathy nog niet ontmoet en u
bent hier tóch het weekend...

:29:16
Ja, maar...
- Ja toch?

:29:19
Dat is dan afgesproken.
Hoe laat eten we?

:29:23
Ik kom u halen. Waar logeert u?
- Bij Annie.

:29:27
Natuurlijk. Kwart voor zeven?
:29:30
Annie heeft misschien andere plannen.
Ik vind het wel.

:29:35
Ja? Huurt u geen boot of zo?
:29:39
Zeven uur dan?
:29:42
Hoe is het met uw hoofd?
:29:45
Een stuk beter.
Een meeuw heeft me gepikt.

:30:03
Heeft u haar gevonden?
- Ja. Ik vroeg me af...

:30:08
Dat bordje daar.
:30:12
Zou ik die kamer voor één nacht
kunnen krijgen?

:30:16
Ik kon in het dorp geen kamer meer
krijgen.

:30:21
Goed. Heeft u uw bagage in de auto?
:30:25
Eenvoudig en praktisch.
:30:28
Ik heb hier wat gekocht.
Ik was niet van plan te blijven.

:30:34
Dat weet ik. Kwam er onverwachts
iets tussen?

:30:39
Ja. Zou ik even naar huis mogen
bellen?

:30:43
Ik ben net koffie aan het zetten.
:30:47
Blijven die vogels aan het trekken?

vorige.
volgende.