:50:25
Scheren, tien cent.
:50:35
Ik bewonder uw zaak.
:50:38
Door de oorlog heb ik minder klandizie.
:50:42
Ik moest iets verzinnen
om de zaak te redden.
:50:45
Mag ik die zien?
:50:49
Die heb ik in bewaring
voor een van de weduwen uit de buurt.
:50:57
Haar man kwam niet terug.
:51:00
Te koop voor vijftig dollar.
:51:04
Die neem ik.
Ik betaal Mrs Guthrie zelf wel.
:51:08
Ik zei niet dat Mrs...
Meneertje, zo gaan de zaken niet.
:51:13
U kunt niet...
Wat moet ik tegen haar zeggen?
:51:16
lk zal 't zeggen.
:51:20
Ik werk niet graag
met een tussenpersoon.