:54:01
Zeker, mevrouw.
:54:03
Dank u.
- Geen dank.
:54:20
Een goeie tijd, heren.
- Ja, het is ook schitterend weer.
:54:28
Hoe aardig.
:54:38
Kijk even naar het vogeltje.
:54:42
Hoe is 't om gewonnen te hebben ?
:54:45
U bent nu rijk en beroemd.
:54:48
Uw foto komt in de krant.
- Ik ben verheugd.
:54:51
En u ziet er ook zo goed uit.
- Toe nou.
:54:55
Heeft u er nog woorden voor ?
- Heren, toch.
:54:59
Er is een woord voor.
Nietwaar, Bert ?
:55:03
Vertel het ze maar.
:55:06
Dat is:
super-knal-fantastisch-fabelachtig
:55:10
de lengte is echt monsterachtig
:55:14
maar wat klinkt het machtig
:55:17
super-knal-fantastisch-fabelachtig
:55:26
vroeger zei ik nooit een woord
:55:29
mijn vader vond het ongehoord
:55:32
maar toen leerde ik een woord
op straat
:55:35
superlang en dit is hoe het gaat
:55:38
superknalfantastischfabelachtig
:55:41
de lengte is echt monsterachtig
:55:44
maar wat klinkt het machtig
:55:47
superknalfantastischfabelachtig
:55:55
hij reisde toen van zuid naar noord
:55:58
en overal gebruikte hij dat woord