1:13:02
Uw thee, oom Albert.
- Dank je.
1:13:06
Ik vind dit zo leuk. Konden jullie
hier maar voor altijd blijven.
1:13:11
Ik weet niet hoe we naar
beneden moeten.
1:13:14
Er is wel een maniertje.
Ik zeg het niet graag.
1:13:19
Je moet aan iets naars denken.
- Doe dat dan.
1:13:24
Eens even kijken.
Ik weet al wat.
1:13:28
Gisteren belde er een man aan
bij mijn buurvrouw.
1:13:33
En die man zei: Ik heb net
uw kat doodgereden.
1:13:39
Wat naar.
- Arme kat.
1:13:41
En toen zei die man:
Kan ik 'm vervangen ?
1:13:45
En toen zei de buurvrouw:
Bent u goed in muizen vangen ?
1:13:52
Ik doe echt mijn best.
Echt waar.
1:13:56
Maar alles wordt bij mij
lachwekkend.
1:14:04
Zo is het wel genoeg.
1:14:08
We gaan naar huis.
1:14:10
Dat is echt naar.
- Dat is echt het allernaarste.
1:14:16
Kom, kinderen.
- Moeten jullie echt weg ?
1:14:21
Elke keer als ik bezoek heb,
en het net gezellig wordt...
1:14:27
... dan gaan ze weer weg.
En dat vind ik zo naar.
1:14:32
We komen gauw weer terug.
- Het was erg leuk.
1:14:37
Let jij op oom Albert, Bert ?
- Ik blijf nog even hier.
1:14:44
Oom Albert, ik heb nog een hele
leuke mop. Wilt u 'm horen ?
1:14:51
Dolgraag.
- M'n opa had een nachtmerrie.
1:14:57
En het was zo eng,
hij at z'n hele kussen op.