2:03:00
Heb je nog iets te zeggen, Banks ?
2:03:05
Als je niet weet wat je
moet zeggen...
2:03:09
... dan zeg je gewoon...
2:03:15
Voor de draad ermee, Banks.
Heb je wat te zeggen ?
2:03:20
Slechts een woord.
2:03:23
Superknalfantastischfabelachtig.
2:03:29
Superknalfantastischfabelachtig.
Mary Poppins had gelijk.
2:03:33
Je voelt je meteen veel beter.
2:03:36
Dat woord bestaat helemaal niet.
- Jawel, dat woord bestaat wel.
2:03:41
Weet u wat niet bestaat ?
Met alle respect...
2:03:46
... maar dat bent u.
2:03:50
Schandalig.
- Wilt u nog een mopje horen ?
2:03:54
Een wiets.
- Mopje ? Wiets ?
2:03:57
Jane en Michael komen elkaar
tegen op straat.
2:04:01
En Jane zegt: Ik ken een man met
een houten been, Smith genaamd.
2:04:06
En Michael zegt:
O ja ? Hoe heet het andere been ?
2:04:12
De man is gek geworden.
Bel de bewaker.
2:04:17
Ik ga me steeds beter voelen.
- Nee, niet slaan.
2:04:20
Hier is uw stuiver. Die super-knal-
fantastisch-fabelachtig stuiver.
2:04:26
Bewaar hem maar goed.
- Waar ga je naartoe ?
2:04:29
Geen idee. Misschien spring ik wel
in een krijttekening.
2:04:33
Of een stuk rijden
op een draaimolenpaard.
2:04:37
Of ik ga vliegeren.
Maar dat weet alleen Poppins.
2:04:41
Poppins ?
- Onze kinderjuf. Van dat liedje.
2:04:56
Hij is kierewiet geworden.
- Een houten been, Smith genaamd.