:19:00
Ja, u ook 'n prettig weekend, dokter.
Tot ziens.
:19:18
Daar ben ik weer, Ralph.
- Goed.
:19:26
Moet ik die tabletten echt nemen?
- Ja, tegen de pijn.
:19:34
Ralph?
:19:36
Mag ik je misschien een paar
vragen stellen?
:19:40
Ja natuurlijk, ga je gang.
- Dus...
:19:44
Als je nu een patiƫnt hebt,
:19:47
die nog maar een paar weken
te leven heeft en die
:19:51
van de ene op de andere dag
dood zou kunnen gaan,
:19:54
zou je hem dat dan zeggen?
- Ja, in principe wel,
:19:58
maar het hangt van de situatie af.
- Van de situatie? - Ja,
:20:02
als hij zijn zaken op orde heeft,
zijn testament geregeld,
:20:07
zijn verzekering betaald, dan zie ik
niet in, waarom ik 't zou zeggen.
:20:14
En als hij een oude vriend is,
zoals ik?
:20:18
Heb je je testament opgemaakt en
je verzekering betaald?
:20:22
Dan zou ik je niets zeggen.
Kan ik nog wat voor je doen, George?
:20:33
Tot ziens, Mr. Kimball.
:20:39
We zien elkaar in de kerk.
:20:48
Judy?
- Ja.
:20:51
Kom, Judy, we spelen om half drie.
- Moment! - Wat doe je daar?
:20:56
Ik maak slaaptabletten voor George.
- Hoezo? Ben je apotheker?
:20:59
Nee, een slimme echtgenote.
Je kent George toch.