:25:23
Wat is er met hem?
- Fijn je weer te zien!
:25:26
Vind ik ook, George.
:25:34
Alles okay?
- Ja, alles okay.
:25:37
Da's fantastisch, fantastisch!
:25:42
Hallo Arnold. - Hallo.
- Is Ruth goed weggekomen?
:25:45
Als een raket.
- Mooi.
:25:48
Hoe gaat het met je, Judy?
:25:52
Neem je misschien ook
Georges vitaminetabletten?
:25:56
Je moet weten, dat je altijd op mij
kan rekenen. - Dank je, Arnold.
:26:00
We brengen Arnold wel naar huis.
Zijn auto kan hij morgen ophalen.
:26:05
Judy, weet je wel, wat voor
een geweldige man je hebt?
:26:10
Hij denkt altijd aan anderen, zelfs
op zo'n moment. - Dp zo'n moment?
:26:15
Hij bedoelt, op zo'n moment, als hij
vergeten is waar zijn auto staat.
:26:20
Je kan met ons meerijden, Arnie. Kom!
:26:25
Dat was geniaal!
:26:45
Kom, Arnold.